Reportage Kawasaki driecilinders
Lang stonden de driecilinder-tweetakten van Kawasaki bekend als nauwelijks te temmen monsters. Vandaag de dag is dat anders en zijn ze de overlevenden van een grandioze periode in de motorhistorie, en ze kunnen één ding nog heel goed: rijplezier geven!
Van oudsher leverden de driepitters uit het Japanse Akashi een laaiend tweetaktvuur, met voorop natuurlijk de 750 H2 Mach IV, die in 1972 met zijn liefst 74 pk vermogen in overvloed naar het achterwiel stuurde. Eerder al veroverde de 500 met zijn 60 pk’s en lage gewicht snel een grote schare liefhebbers, en de latere 350 gold als aanrader voor sportieve rijders op secundaire wegen. Als je de mythische verhalen over de onbeheersbaarheid van de Kawasaki-driecilinders eens zelf wilt beleven en een H2 vandaag de dag zelf rijdt, word je in meerdere opzichten aangenaam verrast. De eerste kennismaking met zo’n klassieke 750 H2 is meteen al positief. Een mooie, strakke vormgeving met dat elegante kontje, meestal gespoten in een diep metallic-blauwe kleur. Of zoals bij de uit 1975 stammende, nog ‘maar’ 71 pk sterke H2C, gespoten in ‘Candy Purple’. Natuurlijk heeft hij die drie wonderschone verchroomde uitlaten, met karakteristiek twee rechts en eentje links. Bovendien kunnen zowel lange als kleine rijders hun ledematen prima kwijt. Een hoog en breed stuur zorgt voor een ontspannen zitpositie. Dat wil zeggen: zolang je stilstaat of rustig rijdt.
Maar het bleef die dag niet bij de 750 H2 Mach IV, we reden ook nog met de 500 H1 Mach III en 350 S2 Mach II! De uitgebreide reportage van de drie tweetakt-driecilinders lees je natuurlijk in Het Motorrijwiel 184. Nog geen abonnee, maar wel interesse? Klik dan hier.