In de jaren zestig deed Harley alles om te overleven. Het bouwde zelfs een scooter. Zo’n Harley-Davidson Topper wordt nu via Mecum ter veiling aangeboden.
Het was zeker niet makkelijk voor Harley-Davidson in de jaren zestig. De eens zo succesvolle fabrikant werd links en rechts ingehaald. Meestal door de Japanners. De Big Twins van de Amerikanen waren tot 1965 nog gebaseerd op het oude 1000 en 1.200 cc Panhead-blok uit 1948, en de KH en latere Sportster-modellen uit die tijd waren nog echt sportmachines die veel succes hadden op zandbanen. Maar wat te doen als de belangrijkste modellen niet lopen en de aankoop van Aermacchi op een deceptie uitdraait? Dan bouw je toch een scooter?
De Topper verscheen in 1960 en wortelde motorisch in de Harley 165 (1953-1959), een 165 cc tweetakt met vijf of negen pk. De Topper moest Harley’s antwoord worden op de in de mode komende Vespa- en Lambretta-scooters. De eenvoudig gebouwde Topper kon echter niet meekomen met de verhoudingsgewijs moderne techniek van de Italianen. Destijds kostte een Topper 430 dollar, een zijspan was optioneel, en de Amerikaanse scooter werd uiteindelijk tot 1965 een dikke 3.000 keer verkocht. De tweetakt-modellen Hummer, Topper, Bantan, Scat, Ranger en Super 10 vormen tegenwoordig een onderbelicht stukje Harley-geschiedenis.
Bij het Amerikaanse veilinghuis Mecum wordt begin 2022 een omvangrijke collectie Harley-Davidsons verkocht. Het oudste model is een 30 cubic inch ééncilinder uit 1910, de jongste een Road King uit 2008. En ook deze Topper uit 1961 maakt onderdeel uit van die veiling. De scooter verkeert in ongerestaureerde staat en heeft 3.800 mijl op de teller staan. Er is geen minimumbod vastgesteld, maar in het recente verleden gingen rijklare exemplaren zelden onder de 5.000 dollar van de hand. Voor puntgave exemplaren worden in de regel bedragen met vijf cijfers neergeteld.
Alle Harley’s die tijdens de grote veiling bij Mecum worden aangeboden, kun je hier bekijken.