Het Motorrijwiel 186
ZWART GLIMMEND LEER 17.000 jaar geleden Wie op internet op zoek gaat naar de geschiedenis van de leren jas kan de indruk krijgen dat het kledingstuk zijn entree pas heeft gemaakt met de komst van de luchtvaart en het gemotoriseerde verkeer. Dat is natuurlijk niet zo. Dankzij recent onderzoek naar de evolutie van de hoofdluis – waaruit zich een soort ontwikkelde die ook op kleding kon overleven – weten we dat de mens 170.000 jaar geleden voor het eerst dierenhuiden moet zijn gaan dragen. Een pantser tegen kou, wind, water, vuur of geweld. Bij opgravingen tijdens de aanleg van de Amsterdamse Noord-Zuidlijn zijn resten gevonden van zestiende-eeuwse leren wambuizen zonder mouwen, zogeheten kolders. Zo’n kolder werd gedragen door soldaten, zee- en handwerkslieden. Op sommige bewaard gebleven afbeeldingen is zo’n kolder niet te onderscheiden van een mouwloos leren bikersvest. Motorkleeding (1903-1913) Nog een wijdverbreid misverstand. De eerste motor- wielrijders in leer hadden zich laten inspireren door vliegeniers uit de Eerste Wereldoorlog, zoals de legendarische Manfred von Richthofen, alias de Rode Baron. In werkelijkheid hadden motorrijders de voordelen van leer al eerder ontdekt. Net als bijna alle sporten was ook motorrijden in die beginjaren een liefhebberij voor jonge heren uit de ‘betere stand’. In 1903 – nog voor de gebroeders Wright het luchtruim kozen – werd in Nederlandse kranten voor het eerst speciale ‘motorkleeding’ te koop aangeboden. Vanaf 1913 kunnen we Het Motorrijwiel als bron gebruiken, het eerste motor- blad van Nederland. Het huidige MotorRijwiel (sinds 1991) heeft die naam, bij wijze van eerbetoon, overgenomen. Bladerend door die eerste jaargangen valt op dat ‘de heeren motor- rijwielrijders’ in meerderheid halflange, wollen jassen dragen, maar dat is bedrieglijk. Ook deze ogenschijnlijk alledaagse nette kleding was al – onzichtbaar – met leer uitgerust. Herman Smit in Deventer adverteerde in 1913 met ‘motorjassen met ‘uitknoopbare souple chrome Een verhaal over motorpioniers en coureurs. Over piepjonge lastpakken in leer, die zich ontpopten tot dé wegbereiders van de naoorlogse herenmode en muzieksmaak. Een historisch eerbetoon aan zwart glimmend leer en een verhaal over de totale triomf van het leren motorjasje. | Tekst: Fanta Voogd; Foto’s: archief | leeren voering’. Een paar maanden later wijdt Het Motorrijwiel een groot artikel aan deze Firma H. Smit, waarschijnlijk de eerste speciaalzaak voor ‘automobiel- en motorkleeding’ in Nederland. In het assortiment onder meer een leren pelsjas, ‘volkoomen ondoordringbaar voor water’. Ook heeft Smit een motorvest ‘voor een motorrijder die niet graag een leeren jas draagt’.Waarschijnlijk associeerde de meerderheid van deftige motor rijders in die beginjaren een leren overjas nog te veel met werkvolk. Motorcoureurs (1900-1985) Op foto’s van de vroegste Nederlandse stayer-wieler- wedstrijden, bij aanvang van de twintigste eeuw, is vaak al te zien dat de gangmaker dikke leren kleding droeg. Ter bescherming tegen de houten vloer uiteraard.Wielerbanen werden in de vroege twintigste eeuw ook gebruikt voor motorraces. In een van de eerste nummers van Het Motorrijwiel (1913) adverteert het Duitse bandenmerk Continental met een foto van een motorrenner op een wielerbaan in leren broek en korte leren jas. Ook bij wegraces en betrouwbaarheidsritten gaan coureurs geleidelijk aan steeds vaker gekleed in leer. Het tweedelig artikel ‘De Motormensch inWinter- tenu’ in Het Motorrijwiel van eind 1921 laat zien dat ook de gewone motorrijder zijn schroom heeft overwonnen om een leren jas aan te trekken. De rijk geïllustreerde pagina’s tonen een keur aan leren jassen, voornamelijk lange of halflange klassieke motorjassen. Leer wordt aanbevolen ter bescherming tegen water, wind, kou, modder en smeer. Opvallend is dat het nut van leer bij een valpartij in het artikel niet ter sprake komt. Vanaf het midden van de jaren dertig raakt onder motorrijders het leren ‘renvest’ in de mode, een kort jasje dat – in navolging van motorcoureurs – werd gedragen in combinatie met een leren broek. De motorsport zal een blijvende invloed hebben op de dracht van de recreatieve en alledaagse motor- rijder. Hoewel de eerste leren motoroveralls al in de jaren veertig opdoken, was het de populaire Engelse renner Geoff Duke die in 1950 als eerste Geitenleren wambuis van rechtsgeleerde Hugo de Groot. Hij droeg het jasje na zijn ontsnapping uit Slot Loevestein (1621), waar Maurits van Oranje hem had opgesloten vanwege zijn al te tolerante opvattingen. Het model, dat in die tijd werd gedragen door metselaars, verschilt in essentie weinig van een klassiek motorjack. 78 REPORTAGE HISTORIE VAN HET LEREN MOTORJACK
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3