Het Motorrijwiel 185

DE BIG SPENDER IN HOOGST EIGEN PERSOON In hoeveel jongenskamers heeft de beroemde poster aan de muur gehangen van Henk Vink die met zijn Big Spender dwars door een vuurzee rijdt? Het moeten er ontelbare zijn geweest. Ook op mijn zolderkamertje sierde de kleurrijke middenposter de wand. En nu sta ik hier: bij de man die jaren- lang de magische Big Spenders zo onwaarschijnlijk snel maakte. De anonieme buitenzijde van het bedrijf van Jan Smit verraadt in niets wat er binnen gebeurt. Zodra je ook maar één voet over de drempel zet, weet je wel beter. Op vier werkbanken staan vier langgerekte dragsters, die zelfs in stil- stand een enorme snelheid en kracht uitstralen. Ook op zijn 75e werkt Smit voor zijn lol nog aan deze asfalt-afraffelaars. De motoren in de werk- plaats vertegenwoordigen het heden, de posters en foto’s aan de muren het verleden. En waarachtig: de beroemde vuurfoto hangt ook hier aan de wand, maar wel vele malen groter dan de middenposter van weleer. Sprint-autoriteit Smit trakteert me direct op een domper:“Die foto is helemaal nep. Henk startte zijn motor, maar zette hem met een paar kilometer op de klok alweer uit en rolde uit door het vuur. Daarna bluste ik met een koleregang het vuur, dat we met vijf liter benzine hadden gestookt.We deden dat op het circuit van Zeg Big Spender en iedereen vult aan met: showman Henk Vink, Kawasaki, bodemloze put, dragster en mondiaal succes. Jan Smit is het technisch genie achter de pk-brakende Kawasaki’s. Hij bouwt in veertien jaar acht Big Spenders, leert onderweg alle tuningkneepjes en ziet vanaf de eerste rij hoe ‘big spenden’ er in het echt uitziet. | Tekst: Ad van de Wiel; foto’s: Andrew Walkinshaw, Nationaal Archief | Zandvoort en daar waren ze nooit blij met een vuurtje op het asfalt, maar er werden later wel 150.000 van die posters gedrukt. Als je goed kijkt, zie je het vuur tot in de kuip. Dat was de benzine die van het voorwiel omhoog werd geslingerd, maar het was al uit toen Henk tot stilstand kwam.” Smit vindt het nog altijd heel normaal dat de spectaculaire foto in scène is gezet.Wat hij tegenwoordig minder normaal vindt, is de tijd, moeite en geld die met het maken van de foto was gemoeid.“Vink vond alles leuk en hij trok hier rustig een hele dag voor uit. Dan werd het hele circus in de bus geladen en waren we met een paar man een hele dag bezig. Dat vond je toen normaal. Achteraf besef je pas hoe exceptioneel het was. Dat doet niemand meer”, aldus Smit. Zijn kennismaking met motorsprint was stukken bescheidener. Hoe rolde u in het vak? “Ik werkte sinds 1965 bij Kreidler-importeur Henk van Veen. In 1968 heb ik voor Aalt Toersen een ontiegelijk snelle 50cc-sprinter gebouwd. De motor woog veertig kilo, Aalt woog er zestig en samen waren ze bij de eerste poging goed voor 164 km/u en drie wereldrecords. Sprint was hobby voor me, wegrace bij Van Veen Kreidler de core business. In 1970 kreeg ik een aanvaring met Van Veen omdat Henk Vink me wilde inlijven en me een voorstel deed. Daar wilde ik helemaal niet op ingaan, maar Van Veen was toch woedend, misschien omdat we in de zure-appelfase zaten nadat we de WK-titel op één punt waren misgelopen. Om elf uur ’s ochtends zette Van Veen me op straat, om half twaalf nam Henk Vink me aan.” Aan het startnummer te zien de eerste, nog kale Big Spender. 14 INTERVIEW JAN SMIT

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3