Het Motorrijwiel 180

De handbediende drieversnellingsbak van Sturmey-Archer. De Regent was duidelijk gericht op de vermo- gende mannelijke klant.Wat te denken van deze ronkende advertentietekst: “Gelukkig is de man die die eminentie in zaken heeft bereikt die hem het vermogen geeft om het beste te kopen en ervan te genieten. Die de vrije tijd heeft om de nieuwste prestaties en kunstambachten te onder- zoeken, zodat hij het beste kan bezitten terwijl het bezit ervan nog beperkt is voor degenen die iets hebben bereikt. Dat is het soort mannen dat de Regent koopt.” Toe maar! Daar hoef je vandaag de dag niet mee aan te komen. Maar ja, in 1919 was er ook in het Verenigd Koninkrijk nog een scherpe tweedeling tussen ‘The haves’ en de min- der bedeelde ‘The have-nots’. De Regent werd afgeleverd met een Amac-carbu­ rateur en in Nederland met een Brown & Barlow, maar dit exemplaar heeft een beter afstelbare Binks- carburateur. De klemband- achterrem wordt met een aan de rechterkant gemonteerd voetpedaal geactiveerd. Zou de snoevende marketing niet zijn aangesla- gen? Of had de Regent last van concurrentie van de andere vlakke twins van Douglas, Humber en wellicht ook Indian en Harley-Davidson? Een feit is dat Regent slechts tot eind 1920 actief is geweest, om daarna te worden overgenomen door het eerder genoemde Coventry Victor, dat tot en met 1935 de productie overnam met een modelaanbod met 499cc-, 688cc- en 907cc-motorblokken. Ook brachten zij een driewielige ‘cycle car’ op de markt. Voor zover bekend is de geportretteerde Regent een van de slechts twee bekende overlevende Regents en thans in bezit van een Nederlandse col- lectie. De andere machine is te zien in het Moray Motor Museum in Elgin, Engeland. Deze motor is met groot oog voor detail gerestaureerd door 37