Het Motorrijwiel 179

Het begint allemaal in 1975 als de latere ingeni- eur Peter Zettelmeyer en de BMW-testrijder Alfred Halbfeld deelnemen aan endurance-races met een ‘gedopeerde’ BMW-boxer. Deze motor- fiets met typische jaren-zeventig-’pop-graphics’ wordt al snel beroemd en geldt als een van de snelste BMW’s op het racecircuit. De modi- ficaties voor deze racemotor zijn vrij gebrui- kelijk: opgelaste koppen om minder kromme inlaatpoorten te krijgen, overmaatse kleppen (inlaat 46 millimeter, uitlaat 40 millimeter), een nokkenas van de firma Schleicher, een vergroting van de cilinderinhoud tot 1.000 cc en ten slotte een zorgvuldige afstelling om een maximum­ vermogen van ruim boven de 80 pk te bereiken. Endurance-racen is in die jaren allang geen idealistische motorsport meer voor liefhebbers en kleine teams die alleen door individuele dealers worden gesteund. De fabrieks-Honda’s en -Kawasaki’s strijden om marktaandeel in de top van de races. Een vierde plaats achter een Japauto-Honda en twee Laverda’s 1000 op het cir- cuit van Spa-Francorchamps levert echter ieders respect op. Het parcours in de Ardennen, met gemiddelde snelheden van meer dan 200 km/u, heeft het rijwielgedeelte van de motorfiets – dat is afgeleid van de standaard R90S – wel in een diepe crisis gestort. Er moet een remedie worden gevonden. Gebroken been Na verschillende studies van modellen op schaal 1:2 blijkt een vakwerkbuizenframe de optimale oplossing. De voormalige technisch directeur van BMW en universitair docent Hans-Werner Bönsch accepteert dit project uiteindelijk als het eind- project van (toen nog) student Peter Zettelmeyer. Halbfeld neemt de uitvoering op zijn schouders en in het seizoen 1976 staat het raceframe voor het 51

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3