Het Motorrijwiel - 174

Gepolijst tot hoogglans Als Christian Thibaut tijdens een barbecue met bijhorend gerstenat een verhaal hoort over speci- ale BMW-onderdelen, waarschijnlijk van een wed- strijdmachine, spitst hij zijn oren. Niet lang daarna verhuist de schuurvondst naar huize Thibaut. “Aanvankelijk leek het op een vooroorlogse R5, tot ik het blok opende”, vertelt Christian.“Toen viel ik van verbazing achterover: al het binnenwerk was gepolijst tot hoogglans, er zaten messcherpe drijf- stangen in en nooit geziene korte, lichte zuigers. De krukas was gepolijst, de distributie bestond uit twee door tandwielen aangedreven nokkenassen en dan was er nog de Bosch-racemagneet...” Onder de oude spullen bevindt zich een R51-plunjerframe, een compleet blok, een versnel- lingsbak met de inscriptie ‘Spezial’, een cardan, een cardanhuis en een eigentijdse hydraulische telescoopvoorvork. Al snel begint de zoektocht naar de ontbrekende onderdelen om het geheel af te bouwen. De hamvraag is om welk type het hier gaat.“Dat was een mysterie en het heeft jaren geduurd voordat ik wist dat het een vooroorlogse racemachine betrof”, vertelt Thibaut.“Ik vond er niets van terug in mijn documentatie, collega’s konden me niet helpen en internet stond nog in de kinderschoenen”, zegt hij. Uitgerekend mijn vader bezorgt Thibaut een kopietje van het blad Deutsche Rennfahrzeuge. Daarin staat een verhaal over vooroorlogse BMW-kopklep-productieracers genaamd R5SS, R51SS en R51RS. De opbouw Thibaut is chef-monteur bij een BMW-dealer, zodat de opbouw van het blok snel begint. Dat is compleet en verkeert in een perfecte staat wat betreft het kruk-drijfstangmechanisme, de tandwielen, de oliepomp en de walslagers.Thi- baut hoeft nauwelijks lagers te vervangen. Het blok bevat wel twee zuigers met verschillende afmetingen. Er blijft niets anders over dan twee nieuwe exemplaren te bestellen bij Herr Wahl. De zuigers zijn opvallend kort, met de olieschraper onder de zuigerpen, die conisch is doorboord om gewicht te sparen. Ook de Bosch-magneet, van het type FJ2 R48 met roterende magneet, kan zo weer wor- den gemonteerd. Dat geldt ook voor de met ‘Spezial’ gemarkeerde versnellingsbak die bij nameten over erg nauw aansluitende interne verhoudingen beschikt. Om de belasting op het kleppenmechanisme minimaal te houden, mon- teert Thibaut lichte kleppen met een diameter Met het uit 1954 stammende RS54-dubbelnokkerblok behaalde BMW tussen 1954 en 1974 negentien wereldtitels in de zijspanracerij. Maar wie weet dat BMW eind jaren dertig een RS-kopklep-productieracer produceerde waarop Piet Knijnenburg vier Nederlandse titels bij elkaar reed? |Tekst: René Van Eycken Foto’s: Christian Thibaut, Yves Campion, Rik Van Eycken| van 34 en 32 millimeter voor in- en uitlaat en een steel van zeven millimeter en helicoïde klepveren uit een BMWM5-auto in plaats van de zwaardere originele haarspeldveren. Intussen sijpelt er informatie binnen over een aantal onderdelen die Thibaut nog mist. Zo ont- breken de speciaal voor de racerij gemaakte Amal- Fischer-carburateurs. Ze zijn onvindbaar en wan- neer ze wel te koop zijn, zijn ze onbetaalbaar. Er komen 29-millimeter-Dell’Orto SSF-exemplaren met vaste, afzonderlijke vlotterkamers voor in de plaats. Die kosten overigens ook een aardige stuiver. Met het oog op deelname aan historische evenementen monteert Thibaut de duplexrem van een R51/3 uit 1952-1953, waarmee hij zich veiliger voelt dan met de vooroorlogse simplex-stopper. De naven worden gezandstraald en zwart uitgevoerd en in zwartgelakte lichtmetalen 21- en 19-inch- velgen gespaakt. Zeer snel Bij gebrek aan bevestigingsogen maakt Thibaut een gevorkte beugelverbinding tussen frame en versnellingsbak en ook nog een waarheids­ getrouwe aandrijving voor de toerenteller. Een ori- ginele Mühle-toerenteller is onvindbaar, dus wordt het een Smiths. Natuurlijk eist het bepalen van de juiste overbrengingsverhouding tussen krukas en Een authentieke R51RS en een Hoske-replica verschillen onder meer door aluminium kleppen- en distributiedeksels, standaard cilinders, de ingang van de stoterhulzen in de carters, de carburateurs en de remmen, Piet Knijnenburg op zijn favoriete R51RS. Hier is die uitgerust met het voorwiel en de duplex-trommelrem van een AJS 350 Boy Racer. tellernaald het nodige denk- en aanpassingswerk, maar het is volgens Thibaut “de enige betrouwbare informatie die je vanuit het hart van de machine ontvangt”. Smalle spatborden en beugels in lichtmetaal worden zwart gelakt en gemonteerd. Er komen ranke uitlaatpijpen op, die uitmonden in conische megafoons. Het zadel is een Dunlop Drilastic- racereplica met een vierkant kussentje op het achterste spatbord. Kers op de taart is de prachtig gemodelleerde 22-liter-benzinetank van Hoske, in hoogglanszwart gelakt en met de onmiskenbare dubbele rij witte biesjes. Dat het wel snor zit met de afstelling van distributie, ontsteking en carbu- ratie bewijzen de eerste oorverdovende klappen.