Het Motorrijwiel - 174

Als 22-jarige maakte Read een overweldigend debuut op het eiland Man, toen hij in 1961 de 350cc-Junior TT-race wist te winnen. Een jaar later sloot Read op een Norton het jaar af als derde in het 500cc-wereldkampioenschap. Het leverde hem voor 1963 een contract op in het Gilera-team van voormalig wereldkampioen Geoff Duke. Als vervanger van de alom gewaar- deerde Derek Minter toonde de nog jonge Phil al zijn sterke eigen wil.“Ik heb respect voor Duke. Hij was een groot kampioen, maar hij kon niet omgaan met zijn rijders”, luidde Reads harde oordeel. Zonder twijfel was Duke’s team een opstapje voor Read, die in 1963 bevriend raakte met Fumio Ito van Yamaha. Die vriendschap opende deuren voor de opkomende Britse ster. Ito regelde dat Read de laatste 250cc-Grand Prix van het jaar kon rijden in Japan, in de hoop dat hij Honda’s Jim Redman kon beletten de wereld- titel te veroveren. Read leidde de race, totdat hij door een kapotte bougie terugzakte naar de derde positie. Het was echter genoeg om indruk te maken op het Yamaha-management, dat hem een contract aanbood voor 1964. Als kersverse fabriekscoureur won Read vijf GP’s, die de basis vormden voor zijn én Yamaha’s eerste wereldtitel met de RD46-tweetakt. Eén race voor het einde van het seizoen mocht de 23-jarige Read zich al wereldkampioen noemen. Redman, die later dat jaar de beschikking had over de fameuze Honda 250-zescilinder, was een harde noot om te kraken, ook al beschikte Read over twee machi- nes en slechts één Engelse monteur. De settings van de carburateurs stonden op de achterkant van een ansichtkaart geschreven, vertelde Read jaren later. Na een tweede titel op de fantastische nieuwe RD05A-V4 moest Read buigen voor Mike Hailwood op de Honda. Altijd bleef Read er ech- ter van overtuigd dat hij een prominentere rol in de titelstrijd had kunnen spelen als hij niet was geplaagd door technische problemen die hem vele punten kostten. Het seizoen 1968 zou controversieel worden, toen Read zijn niets en niemand ontziende wil om te winnen nog eens demonstreerde. Yamaha had Bill Ivy in gedachten voor de 250cc-wereldtitel, terwijl Read dan het 125cc-kampioenschap zou moeten binnenslepen. Toen Read werd gevraagd om de teamspirit overeind te houden, vroeg de beoogde 125cc-kampioen of hij dan ook deel zou uitmaken van Yamaha’s plannen voor 1969. Die vraag bleef onbeantwoord. Net voor de cruciale 250cc-Grand Prix van Tsjechoslowakije liet Read zijn vriend Ivy weten dat die zou moeten werken voor de winst. Read versloeg daarop op het stra- tencircuit van Brno zijn teamgenoot Ivy ruim. Het kostte hem zijn kansen bij Yamaha, ook al veroverde hij dat jaar zowel de 125cc-titel als de vooraf al elders vergeven 250cc-titel. Read vond dat hij eerst en vooral aan zichzelf moest denken. Het betekende wel het einde van de vriendschap tussen Ivy en Read. Nadat hij in 1964 voor de eerste keer wereldkampioen bij de kwartliters werd, was Honda’s vaandeldrager Mike Hailwood Read de daaropvolgende twee jaren te snel af. Read en Paddy Driver luisteren naar Hailwood. ‘Mike the Bike’ was één van de weinige rijders die hij bewonderde, vertelde Read. In 1966 stuurde Read zijn Yamaha- 125cc-twin naar een vierde plaats in het kampioenschap. Twee jaar later werd hij Yamaha’s eerste wereldkampioen in de 125cc- klasse. 61 HELDEN VAN TOEN

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3