Het Motorrijwiel 170
constructie, een korte krukas voor een smalle bouw en een gematigde zithoogte naar de maat- staven van begin jaren dertig. In die tijd zouden de huidige 125’s al als idioot hoog zijn gezien. Sport- en zelfs racemotoren werden overwegend gemotoriseerd door eencilinders, de BMW-boxers speelden toen nog geen rol in de internationale racerij en de toenmalige zware motoren waren meestal 1.000cc-V-twins. Viercilinders werden gezien als grote toermotoren of zijspanmotoren; het waren zeer soepele, laagtoerige langeslagmo- toren met lage compressieverhoudingen, en door hun in lengterichting geplaatste vier-in-lijns waren het ook lange motoren. Dit zie je aan de Deense Nimbus, de Duitse Windhoff en de viercilinder- experimenten die George Brough deed in de tweede helft van de jaren twintig. De sportieve suc- cessen van de compressor-viercilinder-lijnmotoren van Gilera lagen nog negen jaar verderop in de toekomst, die van de atmosferische viercilinders nog eens elf jaar verder, met tussenkomst van een wereldoorlog. De motor die het dichtst in de buurt kwam, was de in hetzelfde jaar geïntroduceerde MATCHLESS SILVER HAWK (1931-1935) STUDIO 41
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3